Beeldformaat
De meeste camera’s zijn tegenwoordig digitaal en hebben zodoende de mogelijkheid om het beeldformaat vooraf in te stellen. Via een menu kun je doorgaans kiezen uit de formaten klein, middel of groot. De hoogste stand zal resulteren in een afbeelding met een formaat van het maximum aantal pixels dat je camera kan verwerken en produceren.
De standaard verhouding van foto’s is 1:1,5. Dit geeft de verhouding tussen de lengte en de breedte van de foto aan. Samen met het aantal pixels van de afdruk en het gebruikte fotopapier is de grootte van het beeldformaat bepalend voor de kwaliteit van de uiteindelijke afdruk.
Beeldverhouding
De verhouding tussen de horizontale en verticale afmetingen van de afbeelding wordt de beeldverhouding genoemd. Doorgaans wordt hiervoor de verhouding 4:3 gebruikt. Veel camera’s bieden echter ook een modus met een 3:2 verhouding. Dit om het afdrukken van 10 bij 15 centimeter grote foto’s te vergemakkelijken. Met de komst van de breedbeeldtelevisie is er tegenwoordig ook vaak een 16:9 modus mogelijk. Op deze manier wordt een passende weergave mogelijk op een breedbeeldtelevisie, zonder dat er vervorming plaatsvind. Daarnaast zijn vele fotocamera’s tegenwoordig ook nog uitgerust met een zogenoemde panorama stand.