Brassaï

Brassaï

Brassaï is het pseudoniem van de Frans-Hongaarse fotograaf Gyula Halász. Als zoon van een professor in de Franse literatuur verhuisde Brassaï al op driejarige leeftijd van Hongarije naar Parijs. Voor zijn studie verhuisde Brassaï naar Boedapest, en vertrok daaropvolgend in 1920 naar Berlijn om de Universiteit van de Kunsten te bezoeken. 4 jaar later vestigde de fotograaf zich voorgoed in Parijs en sloot zich aan bij de kunstenaarskringen in de Parijse wijk Montparnasse. Brassaï ging in eerste instantie aan de slag als journalist, waardoor hij besloot zijn pseudoniem aan te nemen. De naam Brassaï betekend vrij vertaald “van Brașov”, de naam van het dorpje waar hij geboren was.

Passie voor fotografie

De passie voor fotografie kreeg Brassaï uiteindelijk door de invloed van zijn goede vriend André Kertész, een eveneens uit Hongarije afkomstige fotograaf. Met name de fascinatie voor het afbeelden van het nachtleven van Parijs bezorgde Brassaï uiteindelijk grote vermaardheid.

Paris de nuit is een iconisch fotoboek van de hand van Brassaï welke hij publiceerde in de jaren ’30. Het boek geeft de bijzondere beelden weer van het nachtleven van Parijs in haar volle naaktheid. Zelfs de louche buurten bleven niet onzichtbaar voor de lens van Brassaï. Zijn goede vriend Henry Miller noemde hem niet voor niets “het oog van Parijs” en hij deed deze bijnaam eer aan.

Exposities

Ook belangrijke internationale exposities wilden het werk van Brassaï maar al te graag tonen. De “Photography: 1839–1937” in het Museum of Modern Art in New York is hier een goed voorbeeld van. Ook hield Brassaï een aantal grote solotentoonstellingen vlak na de Tweede Wereldoorlog, waaronder één in het Art Institute of Chicago, één in het Georde Eastman House en meerdere malen in het Museum of Modern Art in New York. Ook publiceerde Brassaï zijn werk vaak in het Amerikaanse blad de Harper’s Bazaar.

Surrealisme

De kunststroming surrealisme was een grote inspiratiebron voor Brassaï, waardoor hij veel kunstzinnige en surrealistische foto’s maakte. Hij was dan ook bevriend met prominente kunstenaars waaronder Jacques Prévert, Pablo Picasso en Henry Miller.

Het was dan ook de kers op de taart toen hij in 1964 het boek “Conversations avec Picasso” publiceerde, waarin hij met grote zorgvuldigheid en veel liefde alle afspraken, vergaderingen en intieme gesprekken die hij met Picasso had registreerde.

cleanapp