Bij beeldende kunst komt alles neer op de compositie, en dit is minstens zo belangrijk bij fotografie. De compositie is de schikking of plaatsing van bepaalde beeldelementen in de ruimte, of in dit geval het beeldvlak. Door de compositie op een bepaalde manier in te delen leidt je de toeschouwer door het beeld, en op deze manier beslis je waar de aandacht als eerste naar toe getrokken wordt. Hierin kun je jezelf als fotograaf aan de geldende “regels” houden, maar je kunt natuurlijk ook bewust buiten de gebaande paden treden.
Je zult inmiddels dus begrijpen dat een goede en weloverwogen compositie erg belangrijk is bij het schieten van het perfecte beeld. Maar wat is dan de perfecte compositie? Dit hangt uiteindelijk volledig samen met het beeldelement waaraan je de hoofdrol wilt geven als fotograaf. De stelregel hierin is echter wel dat je het onderwerp van de foto nooit in het midden van het beeld plaatst. Je gebruikt hierin namelijk altijd de regel van derden. Dit doe je door het beeldvlak onder te verdelen in 9 vlakken. Drie vlakken hoog en drie vlakken breed. Wanneer je zorgt dat het onderwerp waarop je de aandacht wilt vestigen op een snijpunt van dit raster ligt, dan pas wordt een foto aangenaam om naar te kijken. Dit is overigens niet dezelfde regel als de gulden snede, welke gebaseerd is op een wiskundige formule.
Nog een belangrijk aspect is om jezelf op ongeveer dezelfde hoogte te begeven wanneer je een dier of mens fotografeert. Zo zak je dus door je knieën bij het schieten van een kiekje van een kat, en ga je wellicht op een verhoging staan wanneer het een giraffe betreft. Over het algemeen maak je hiermee een foto een stuk meer sprekend.